Vrijheid van meningsuiting werknemer op LinkedIn

Inleiding
Ontslagen worden omdat je je mening geeft, het gebeurt zelden maar toch is er soms sprake van. Het mogen hebben van een vrije mening staat in onze grondwet (artikel 7) en is een zogenoemd grondrecht.  Ondanks dit gegeven ging de rechter in de zaak die we vandaag hier bespreken toch over tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Waar gaat de zaak over?
De werknemer om wie het in deze rechtszaak ging, was werkzaam bij een zorginstelling genaamd: "De Waalboog". Zij had een achtergrond in biomedische wetenschappen en was cum laude afgestudeerd.  Haar functie was: stafmedewerker kennismanagement. Zij ondersteunde de Raad van Bestuur en functionarissen bij het uitvoeren en implementeren van nieuw beleid.

Als zorginstelling richt De Waalboog zich op wonen en ondersteuning voor mensen die complexe zorg nodig hebben, soms met gedragsproblematiek. De coronapandemie hakte er bij de zorginstelling flink in. Er werden maatregelen genomen, waaronder het vaccineren van personeel en patiënten.

Werknemer was het duidelijk niet met het gekozen beleid van de zorginstelling eens en plaatste een aantal berichten op LinkedIn, waaronder:

I. “Those who claim we face a pandemic have not provided any evidence to show that a virus called SARS-CoV-2 causes a disease called COVID-19”

II. “Huidige stand in Europa van het experimentele ‘vaccin’: 245 doden.”

IV. “Er kan geen andere conclusie worden getrokken dan dat het vaccin zeer experimenteel is en risicovol. De code van Nuerenberg is hierop van toepassing. Dat betekent dat iedereen die actief meewerkt aan deze misdaad persoonlijk aansprakelijk is, ook als je opdracht hebt gekregen van je baas.”

VI. “Code van Neurenberg: De vrijwillige toestemming van de proefpersoon is absoluut noodzakelijk. Maar dan moet de proefpersoon wel weten dat hij/zij proefpersoon is. De proefpersoon moet bovendien ook volledig geïnformeerd zijn over wat haar wordt toegediend, hoe het onderzoek wordt uitgevoerd en wat de risico’s zijn."

Zoals je kan lezen heeft de dame in kwestie een hele duidelijk mening: vaccins zijn gevaarlijk, het aantal doden ligt lager dan wordt aangegeven door de overheid en mensen die meewerken aan het beleid zijn oorlogsmisdadigers.

Na al deze uitspraken te hebben gedaan, doet zij er nog een schepje bovenop door een e-mail te sturen naar twee leden van de Raad van Bestuur waarin zij, kort gezegd, aangeeft dat PCR testen onbetrouwbaar zijn en vaccins gevaarlijk.

Na deze laatste e-mail volgt er een gesprek. In het gesprek geeft werkgever aan dat iedereen natuurlijk recht heeft op vrijheid van meningsuiting, maar dat je op LinkedIn ook een soort uithangbord bent voor het bedrijf waar je werkzaam bent. LinkedIn is een professioneel platform waarop duidelijk staat aangegeven waar je werkzaam bent en dus opereer je als werknemer van De Waalboog op dit platform. Werkgever geeft aan dat werknemer dient te stoppen met de uitlatingen, anders zal dit arbeidsrechtelijke gevolgen hebben. Werknemer geeft aan dat LinkedIn een persoonlijk account is dat niet van werkgever is en dat zij niet van plan is te stoppen met uitlating doen over Corona.

Na dit gesprek heeft werknemer nog een flinke discussie met werkgever via de e-mail, waarna zij op LinkedIn het volgende voorbehoud maakt bij berichten: "Note: The views and opinion expressed in my posts do not necessarily concide with those of my employer. This is a personal account.

Op 6 januari 2021 vindt weer een gesprek plaats waarin werkgever aangeeft dat de disclaimer onvoldoende is. Werknemer moet zich volgens werkgever conformeren aan het beleid van de Waalboog, ook op LinkedIn.

Na dit gesprek volgt er een ziekmelding van werknemer, waarna een beëindigingsvoorstel wordt gedaan door werkgever. Werknemer geeft aan in dienst te willen blijven. Werkgever stuurt werknemer daarop een officiële waarschuwing: ‘ondanks herhaalde oproepen vanuit de organisatie om geen berichten te delen/liken/posten op LinkedIn die haaks staan op haar visie omtrent corona/vaccinatie toch onverkort daarmee doorgaat’

Na deze waarschuwing volgt een mediationtraject dat geen oplossing weet te bieden.

De Waalboog dient hierna een verzoek in voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst bij de rechtbank (artikel 7:671b lid 1 BW);

Wat zegt de rechter?
"Vooropgesteld wordt dat, zoals [verweerder] betoogt, zij recht heeft op vrije meningsuiting. Het recht op vrije meningsuiting is evenwel, ook in de arbeidsrelatie, niet onbegrensd. Zij vindt haar begrenzing in de verplichting van [verweerder] om zich als goed werknemer te gedragen."

"verweerder] heeft echter ook berichten geplaatst en/of gedeeld die specifiek gericht zijn tegen mensen die meewerken aan het landelijke, en ook door De Waalboog (uit)gevoerde (vaccinatie)beleid, waarin zij deze mensen (oorlogs)misdadigers noemt die persoonlijk aansprakelijk zijn voor hun handelen, waarin vaccineren als genocide wordt bestempeld en/of waarbij zij vergelijkingen trekt met de Tweede Wereldoorlog/jodenvervolging (berichten geciteerd onder IV., XIV. en XV.) Deze uitlatingen kwalificeren niet als gematigd, opiniërend en/of informatief en gericht op kennisdeling en/of uitwisseling van standpunten, zoals zij zelf aanvoert, maar als emotioneel, veroordelend en beledigend. Met het plaatsen van deze berichten heeft [verweerder] een grens overschreden die niet noodzakelijk was voor het door haar nagestreefde doel, terwijl de inhoud daarvan kwetsend kan zijn of is geweest voor haar eigen collega’s."

"De kantonrechter stelt verder vast dat uit de verklaring van [eerste geneeskundige] en het gespreksverslag van 6 januari 2021 (2.9.) blijkt dat is geklaagd over de inhoud van de berichten bij De Waalboog. Dit betekent dat de berichten daadwerkelijk schadelijke gevolgen hebben gehad binnen de Waalboog. Het betoog van [verweerder] dat geen sprake kan zijn van schade omdat zij voldoende afstand heeft gecreëerd tussen haar (privé) LinkedIn berichten en De Waalboog gaat alleen hierom al niet op.."

Op grond van dit alles besluit de kantonrechter uiteindelijk op de arbeidsovereenkomst te ontbinden.

Opvallende punten in deze uitspraak:

• Als werknemer wordt je op LinkedIn min of meer gezien als uithangbord van jouw werkgever en zijn of haar beleid;

• Het hebben van een vrije mening als werknemer staat buiten kijf, maar de mening mag niet onnodig beledigend en grievend zijn tegenover jouw werkgever en jouw collega’s;

• Het niet willen verwijderen van berichten waarop je bent aangesproken alsmede het open staan voor gesprek spelen niet in het voordeel van de werknemer.

[1] Rechtbank Gelderland 24 augustus 2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:4701